Harry
Harry Mulisch overleed drie jaar geleden, op 30 oktober 2011. Vorig jaar, op zijn tweede sterfdag, werd er in de gravenzaal van het Haarlemse stadhuis een herdenkingsbijeenkomst georganiseerd. Op verzoek van de Stichting Literair Haarlem heb ik tijdens die gelegenheid een toespraak gehouden onder de titel ‘Een handreiking over tijd en ruimte heen’, waarin ik mijn stroeve verhouding tot deze vermaarde auteur uiteenzette en waarvan de slotregel de gehele voordracht in feite samenvat:
Harry Mulisch, de verloren zoon van Haarlem, de oeuvrebouwer, megalomaan, maar virtuoos, hooghartig, maar vol durf en per saldo, hoe men het ook wendt of keert, een uniek literair talent: ‘Harry Mulisch, ondanks alles, diepe buiging.’